Bamboescheuten

Tja, wat moest ze nu? In ieder geval bidden.
Moeder Lop kreeg net te horen dat er alleen maar werk voor haar was. Eerst was haar gevraagd om met minimaal 2 mensen naar het rijstveld te komen. Moeder Lop was daarmee aan de slag gegaan. Ze vond een weduwnaar in het dorp, die een dag werken goed kon gebruiken. Hij wilde graag mee werken. Maar ja, nu hoefde alleen Moeder Lop maar te komen.
Moeder Lop vond het vervelend om deze man af te zeggen. Hij kon het geld ook zo goed gebruiken. Wat nu? Eerst maar bidden, besloot ze.
Niet veel later stopte er een auto voor de deur. ‘Zijn hier bamboescheuten te koop?’ Moeder Lop liep naar buiten en begroette de bestuurder. Nu het regenseizoen is, gaat ze bijna dagelijks ’s morgens vroeg naar het bos om bamboescheuten te zoeken. Moeder Lop had een grote voorraad bamboescheuten. Ze verkocht voor een dagloon bamboescheuten aan deze bestuurder.
Even later liep ze, God prijzend, naar de weduwnaar. Hij mocht morgen gaan werken. God had voorzien in haar behoeften.